Er is een alsmaar toenemende interesse in de zachte snoei van de wijnstok en dat is een goede zaak. Deze methode gaat uit van een duurzame wijnstok met een afwijkende opbouw van de plant en met respect voor de sapstroom.
De 5 basisregels zijn:
Opbouw van de wijnstok volgens het principe van gecontroleerde vertakkingen. Dit betekent een chronologische opbouw van oud hout dat elk jaar een stukje verlengd wordt.
- Een fysieke scheiding tussen de snoeiwonden en de sapstroom.
- Het aanhouden van een kort stukje indrooghout wanneer scheuten verwijderd worden.
- Het respecteren van de kroonogen aan de voet van een scheut bij het afknippen. Dit om een mooie wondsluiting te garanderen zonder indrogingskegel.
- Beide zijden van de plant in werking houden, ook bij enkel Guyot of enkel cordon.
Onderstaande tekening geeft schematisch weer hoe dat er ongeveer uitziet voor Guyot. In dit geval is aan één kant een vruchtboog getekend.
Figuur 1 : Principes Zachte Snoei.
Een goede opzet van de zachte snoei begint al direct na de aanplant. Om uitgangen of saptrekkers te creëren, moet je vanaf het begin gestructureerd te werk gaan. De opbouw van de jonge plant luistert dan ook zeer nauw. In figuur 2 zien we een driejarige plant met twee uitgangen. We kijken weer naar de Guyot snoeimethode. Het idee is nu dat je de uitgangen zodanig opbouwt dat het eerste oog (verlenging uitgang) zich aan de onderkant bevindt en het tweede oog (potentiële vruchtboog) verder op de stift aan de bovenkant. Dit systeem probeer je elk jaar vol te houden. Hier komt de vruchtboog afwisselend van de linker- of van de rechteruitgang.
Figuur 2 : De opbouw van twee uitgangen bij enkel Guyot.
Echter, de plant gaat soms zijn eigen gang en wijkt dan af van de theorie. Ook kunnen er ogen niet uitlopen, bevriezen of de verkeerde kant op wijzen. Wat doe je dan? De algemene regel is dat je kijkt naar de toekomst. Dus de opbouw van de plant heeft voorrang boven de oogst voor het komend jaar. Als die wat minder is, geen probleem. Maar als de opbouw niet klopt, heb je daar nog vele jaren last van.
Oriëntatie ogen
Allereerst is het wenselijk dat de ogen op de stam aan twee tegenovergestelde zijden in de richting van de rij staan. We bouwen immers een loofwand op tussen de draden. Bij het planten van de jonge wijnstok is meestal niet goed te zien hoe het eerst oog gaat uitlopen. Er zit nog entwas omheen. Bovendien zijn het soms meerjarige planten. Dit zijn niet direct verkochte planten die zijn teruggeplaatst op het land bij de kweker. Dan zijn er al meerdere ogen beschikbaar om uit te lopen.
Je begint pas met de opbouw van de uitgangen als de stam voldoende dikte en lengte heeft. Dat is meestal pas twee jaar na aanplant. Op dat moment is goed te zien hoe de ogen staan. Mocht dat nu min of meer haaks op de rij zijn, dan kunnen we een eenvoudige truc toepassen. Je maakt een sterke knik in de stam ter hoogte van de buigdraad (bovenste van de twee) in een richting haaks op de rij.
Vervolgens fixeer je dat knikpunt door de stam goed vast te zetten aan de plantstaaf. Dan draai je met de hefboom die haaks op de rij staat, naar de draad toe. Je tordeert dan de stam en de ogen komen vanzelf min of meer in de goede richting. De jonge stam kan dat prima hebben. Je moet ook een beetje overcompenseren, dus bij een 90 graden verkeerde stand draai je ca. 120 graden.
Op de stam onder de draad houd je 3 – 4 ogen aan voor de dubbele uitgangen, een vruchtboog en een reserve. Alles daaronder kras je weg, evenals de ogen op de hefboom. Die moet voorlopig wel blijven zitten.
Figuur 3 : Ogen op stam roteren.
Eerste oog zit aan de zijkant
De regel is: 1e zichtbare oog beneden, 2e zichtbare oog boven en vóór het 3e oog afknippen wanneer je een nieuwe stift maakt. Ook hier kan het gebeuren dat de ogen beide naar buiten wijzen, dus uit de rij. Tja, wat is dan boven en wat is dan beneden? Het oog dat het meest de rij in wijst, wordt als verlenging gekozen. Het oog daarna is de potentiële vruchtboog. De jonge scheut die de verlenging moet vormen, zou je dan gedurende de zomer een beetje kunnen leiden en vastzetten zodat die meer de rij in groeit.
Eerste zichtbare oog zit aan de bovenkant
Ook dit komt regelmatig voor. Dit betekent dat het tweede oog (zit dan beneden) pas de uitgang kan vormen, het derde oog (zit dan weer aan de bovenzijde) de potentiële vruchtboog. Bij een kleine afstand tussen de ogen is dit niet zo erg. Je moet dan wel het eerste zichtbare oog wegkrassen om het 2e en 3e oog te stimuleren om uit te lopen.
Als de afstand tussen de ogen fors is (grote internodiën) is het verstandiger om het basale oog te gebruiken als verlenging. Die zit dan aan de onderkant, is wat moeilijker te zien. Je voorkomt daarmee dat de plant te snel zijdelings uitgroeit. Dus dan wordt het basale oog beneden, 1e zichtbare oog boven en voor het 2e oog afknippen.
Figuur 4: diverse opties.
A: de wijnstok na een aantal jaren.
B: basaal oog wegkrassen, zit op een moeilijke plek om later te snoeien. Oog 1 en 2 zitten op de goede plek. Mocht oog 2 niet uitgelopen zijn voor de vruchtboog, gebruik dan de scheut bij R op de oude boog.
C: Optie 1: b voor verlenging, 1 wordt vruchtboog.
Optie 2: 2 wordt verlenging, 3 wordt vruchtboog, oog 1 wegkrassen. Optie 2 heeft de voorkeur als de ogen dicht bij elkaar zitten.
Oog niet uitgelopen of bevroren
Ook dit komt vaak voor. Indien alleen het tweede oog niet uitloopt, is de uitgang of saptrekker wel gegarandeerd. Je hebt alleen geen vruchtboog vanuit het tweede oog op de stift. Maar dat is geen ramp. Dan neem je de eerste scheut op de oude vruchtboog (positie R in figuur 4) en die wordt dan de vruchtboog voor het volgend jaar. Een jaar later kan dit allemaal weggehaald worden en volg je weer het oorspronkelijke systeem. Let wel op dat je voldoende hout laat staan bij het snoeien om in te drogen.
Als het 1e oog niet uitloopt wordt het wat lastiger. Je hebt dan wel een vruchtboog op de goede plek maar geen verlenging. Gebruik wel de vruchtboog, die fungeert ook als saptrekker om op de plek van het niet uitgelopen oog een slapend oog te laten uitlopen. Ook bij een bevroren oog is dit de oplossing. Grote kans dat er een slapend oog wakker wordt.
Mocht dit niet het geval zijn, pak dan vanuit de stam een waterlot op zo dicht mogelijk onder de kop of stift en bouw hiermee een nieuwe uitgang op. Kijk dus goed bij het stampoetsen in de lente of je wellicht een hooggeplaatst waterlot nodig hebt.