Wijnbouw is bijna 10.000 jaar geleden ontstaan in Iran of Irak. Onder de Grieken breidde het wijngebied uit tot de landen rond de Middellandse zee. De Romeinen brachten in de eerste eeuwen na Chr. de wijnbouw tot aan de noordelijke grenzen van hun rijk. Zowel in Engeland als Zuid-Nederland waren wijngaarden te vinden waar druiven werden verbouwd voor Romeinse soldaten. Deze hadden recht op één liter wijn per dag.
Na het vertrek van de Romeinen werd de wijnbouw alleen nog bij een paar kloosters beoefend. De Europese wijnbouw bloeide rond 1000 na Christus weer op en de Nederlandse wijnbouw was rond 1500 op zijn hoogtepunt. Het wijngebied strekte zich uit tot Polen en het noorden van Nederland en Duitsland.
Kleine IJstijd
Door veranderingen in het klimaat, de Kleine IJstijd, werd het na 1600 in ons klimaat te koud voor het verbouwen van druiven. De opkomende belangstelling voor bier en rond 1800 het heffen van zware accijnzen door Napoleon op niet Franse wijnen, verdwenen ook de laatste wijngaarden uit Nederland. Terwijl Europese wijnboeren rond 1860 kampte met verwoestende ziektes als echte- en valse meeldauw en vooral de druifluis, ging dit aan Nederland voorbij omdat er al geen wijnbouw meer was.
Nieuwe ontwikkelingen in de Nederlandse wijnbouw
Pas in 1967 werd er in Maastricht een nieuwe wijngaard gesticht: Slavante. Deze kleinschalige wijngaard met een oppervlakte van 800 m2 bestaat nog steeds. Dit initiatief kreeg na 1970 meer navolging rond Maastricht en in de rest van Limburg en Brabant. In de zeventiger en tachtiger jaren werkten instituten in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Tsjechië en Hongarije aan de ontwikkeling van nieuwe rassen die beter bestand waren tegen schimmels als meeldauw.
Begin negentiger kwamen de eerste rassen op de markt. Gunstige bijkomstigheid van deze rassen is dat ze toe kunnen met minder zonuren. En daardoor beter geschikt zijn voor het Nederlandse klimaat. Dat stimuleerde een aantal mensen in Zeeland, Zuid Hollandse Eilanden en Noord-Brabant en vervolgens ook noordelijker provincies om ook wijngaarden aan te leggen. De noordelijkste wijngaarden vind je in Friesland en op Texel.
Huidige situatie in de Nederlandse wijnbouw
In 1997 waren er zeven grotere wijngaarden (van één ha en groter) en in 2005 was dat vervijfvoudigd tot ruim vijftig. Nu telt ons land ca 150 commerciële wijngaarden. En wat rassen betreft zijn we inmiddels toe aan de derde generatie nieuwe rassen. Sommige daarvan zijn zelfs alleen in Nederland aangeplant. Niet alleen de kwantiteit van wijngaarden, maar ook de kwaliteit van de Nederlandse wijn zit behoorlijk in de lift. Nederlandse wijnen scoren steeds hoger bij keuringen in eigen land en in het buitenland.